De periode tussen de eerste week van december en de eerste week van januari zouden wel de “donkere dagen” voor de midden noordelijke breedtegraden genoemd kunnen worden.
Op breedtegraad 52 graden noord, komt de vroegste zonsondergang op ongeveer 12 december elk jaar, en de laatste zonsopkomst doet zich rond 6 januari voor. De dag met de minste hoeveelheid daglicht is de winter zonnewende, de eerste dag van de winter, rond 21 december. Waarom vallen al deze data niet op dezelfde dag? Het antwoord is niet eenvoudig. Er zijn twee effecten die samen de lokale tijd van de zonsverschijnselen bepalen, zoals zonsopgang, zonsondergang etc.
Een daarvan is de tijdsvereffening, de andere is van de Zonnedeclinatie.
In elke tijdzone, is de tijdsvereffening het verschil tussen 12:00 uur op een klok en de werkelijke tijd van doorgang van de zon (zonnewijzer uur) over de centrale meridiaan van die tijdzone. De tijd tussen opeenvolgende doorgangen van de Zon – de lengte van de zonnedag – varieert in de loop van het jaar. Het wordt bepaald door twee factoren zelf, beide afhankelijk van de positie van de aarde in zijn baan. Het volstaat te zeggen dat er van half november tot begin februari twee factoren samen de zonnedag langer maken dan 24 uur, eind december maar liefst 30 seconden langer dan 24 uur. Aangezien we onze klokken niet aanpassen voor dit effect, zien we de zonnetransitie elke dag tijdens deze periode later en later worden
De zon declinatie, zijn hoek/afstand boven of onder de evenaar, verandert in een jaarlijkse cyclus, waardoor onze seizoenen ontstaan. De declinatie bepaalt de maximale hoogte van de Zon aan de hemel op een bepaalde dag. De meesten weten dat de Zon op zijn “laagste punt aan de hemel” is op de eerste dag van de winter, dus we verwachten dat de Zon die dag ook het kortste boven de horizon zal zijn, maar dat is dus niet zo.
Dus twee effecten bepalen de tijden van zonsopkomst en zonsondergang: de tijdsvereffening en de zon declinatie. Maar hun relatieve grootten variëren. Eind december is de declinatieverandering vrij klein en deze is nul op de winterzonnewende; “zonnewende” betekent “zon stilstand”. Echter, de tijdsvereffening bereikt een maximum een paar dagen later. Dus eind december is de tijdsvereffening de overheersende invloed op de veranderingen in de tijden van de zonsopgang en zonsondergang
Buiten deze paar weken, zijn de declinatieveranderingen dominant.
Een soortgelijke situatie treedt op rond de zomerzonnewende, hoewel het effect niet zo extreem is
53.201783
6.542253